Vroeger toen de mens weinig kennis had van de dingen om hem heen aanbaden ze vuur, de zon, de maan, dieren etcetera. Naar mate hij meer kennis vergaarde begon hij zich te realiseren dat hetgeen dat hij aanbad geen macht hadden. De zon ging onder de maan was overdag niet zichtbaar. dieren stierven ent als de mens en vuur kan geblust worden. Wanneer men kennis had over de complexiteit van alles om hem geen en hij zich realiseert hoe perfect dit alles op elkaar is afgestemd. net zoals een gebouw door iemand is gebouwd of een auto door iemand is ontworpen moet er iets of iemand zijn die het heelal heeft ontworpen en gebouwd vervolgens alles op elkaar heeft afgestemd. Zo begon men afbeeldingen te maken van de Ene die het heelal ontworpen en gebouwd heeft en het sinds het begin onderhoudt en begon deze te aanbidden. Het aanbidden van een symbool was ook een vorm van onwetendheid omdat het de waarheid verborg i.p.v. het te onthullen. Men dacht na over de problemen en vraagstukken over het leven en realiseerde zich dat beeldjes en afbeeldingen niet meer kracht hadden dan een ander voorwerp. Men geloofde in de Ene, de Ongeziene en gaf deze opperste en machtigste namen zoals Theos, Deus, Gott en God. Tegelijkertijd ging men echter door met het aanbidden en vereren van hele reeksen van minder goden naast de oppergod. Hij stelde zich het koninkrijk van God voor als gelijkend op een aards koningkijk. Juist zoals een koning zich zelf omringt met ministers, officiers en gouverneurs zo zou ook de oppergod een hofhouding van mindere Goden hebben die de mens zich te vriend moest houden. er volgde een fase waarin verbeterde kennis de mens deed inzien dat de mindere Goden even afhankelijk waren als de mensen zelf. Het is duidelijk dat dit heelal niet bij toeval is ontstaan, want er is geen chaotische verzameling materie of een klakkeloos bijeengevoegde verzameling dingen. We kunnen zien dat alles een gestructureerde ontwikkeling doormaakt en alle dingen samen één geheel maakt. Dat is niet mogelijk zonder een Schepper, een Ontwerper, Een Bestuurder.(A.A. Maududi, de boodschap van de islam blz 59-61)