Een oprechte persoon werd eens in een leeuwenkooi gegooid en Allah redde hem uit de klauwen van de leeuw. Later werd hem gevraagd: "Wat dacht je op dat moment?" hij zei:"Ik dacht na of het speeksel van de leeuw door de geleerden als zuiver of onzuiver wordt beschouwd (dus als ik sterf, sterf ik dan in zuivere staat of niet)".

 

Imam Ahmad wees tijdens de doodspijnen naar zijn baard terwijl anderen zijn Wudu voor hem maakte, en hij herinnerde hen eraan om geen plekje over te slaan (A.A. Maududi, de boodschap van de islam blz 169-170)