Islambronnen

Bronnen

Contact

Bomen planten

Overgeleverd van Anas r.a. dat de profeet s.a.w.s. heeft gezegd < Als een moslim een gewas plant, zal voor hem elke persoon of dier die ervan eet worden aangemerkt als een liefdadigheid. > door Al-Bukhari[6011]

 

Djabir verhaalt dat de Boodschapper van Allah zei < Wie er ook van de moslims een boom plant, wat ervan gegeten wordt, is sadaqa van hem, en wat ervan gestolen wordt is sadaqa voor hem, en wat ervan weggenomen gaat is sadaqa. >

 

Allah een lening geven

< Als jullie Allah een goede lening geven, dan zal Hij die voor jullie vermenigvuldigen en jullie vergeven. En Allah is Waarderend, Zachtmoedig > Q. 64:17

 

Geen kwaad doen is sadaka

Overgeleverd van Anas r.a. dat de boodschapper van Allah s.a.w.s. heeft gezegd < Probeer andere mensen geen kwaad te doen. Dit alleen is al een sadaka. > door Al-Bukhari no. 2518 en Muslim no.48

 

Glimlach is sadaka

Overgeleverd van Ebu Zerr r.a. dat de boodschapper van Allah s.a.w.s. heeft gezegd < Wees opgelet! Onderschat geen enkele goede daad, zelfs als dit maar een glimlach naar je vrienden is. > door Muslim no. 2626

 

Ongeldig worden van daden

< O jullie die geloven! Maak jullie liefdadigheid niet ongeldig door op te scheppen of door te kwetsen, zoals degene die van zijn eigendom geeft om op te vallen bij de mensen... > (Q.2:264)

 

 

Onderhouden van een gezin

Overgeleverd van Ebu Mes`ud el Bedri r.a. dat de boodschapper van Allah s.a.w.s. heeft gezegd < Degene die in het onderhoud van zijn gezin voorziet, hopend op beloning van Allah, zal hiervoor beloning krijgen. > door Bukhari/Nafakat 1, Muslim/zakaat 48, Nasai/zakaat 60 en Tirmidhi/Birr 42

 

Soorten manieren om sadaka te krijgen

< Je zal een sadaka krijgen wanneer je (voor je nefs) eet. Je zal een sadaka krijgen wanneer je je kinderen voedt. Je zal een sadaka krijgen wanneer je je echtgenoot voedt. Je zal een sadaka krijgen wanneer je je dienstknecht voedt. > door Ahmed

 

De haast die de Profeet s.a.w.s. had bij het uitgeven van liefdadigheid

Abu Sirwa`a `Oqbah ibn al-Harith verhaalt < In Medina bad ik het `Asr-gebed achter de Profeet. Direct toen hij

Selaam gegeven had (ter beëindiging van het gebed) stond hij vlug op en stapt over de schouders van de Djama`ah in de richting van de kamers van zijn vrouwen. De mensen waren verbaasd door zijn haast. Kort daarna keerde hij bij hen terug, en hij zag dat de mensen verbaasd waren over zijn haast. Hij zei < Ik herinnerde mij dat ik nog een zilverstuk (of goudstuk) had en dit verontrustte mij. Ik heb ervoor gezorgd dat het uitgedeeld wordt. > Door Bukhari