Islambronnen

Het verhaal van Yoesoef a.s., de droom

 < En (gedenkt) toen Yoesoef tot zijn vader zei < O mijn vader, voorwaar, ik zag (in een droom) elk sterren in de zon en de maan, ik zag dat zij zich voor mij bogen. > Hij zei < O mijn zoon, vertel jouw droom niet aan jouw broeders, anders zullen zij tegen jou een plan beramen. Voorwaar, de Satan is voor de mens een duidelijke vijand. > Zo verkiest jouw Heer jou en onderwijst Hij jou de uitleg van de vertellingen (dromen). En Hij vervolmaakt Zijn genieting aan jou en aan de familie van Yaqoeb, zoals Hij die daarvoor heeft vervolmaakt aan jouw vaderen, Ibrahim en Ishaq. Voorwaar, jou Heer is Alwetend, Alwijs.

 

Het verhaal van Yoesoef a.s., de jaloerze broers

< Voorzeker, in (de geschiedenis van) Yoesoef en zijn broeders waren tekenen voor hen die vragen stelden. Toen zij zeiden < Yoesoef en zijn broeder zijn zeker geliefde bij onze vader dan wij, terwijl wij een hechte groep zijn, Voorwaar, onze vaderen verkeert zeker in duidelijke dwaling. Door Yoesoef of zet hem het land uit, zodat het gezicht van jullie vaderen alleen voor jullie zal zijn en daarna worden jullie een rechtschapen volk. > Eén van hen zei < Doodt Yoesoef niet, maar werpt hem op de bodem van de put, opdat enkele reizigers hem zullen vinden, als jullie iets willen ondernemen. > zij zeiden < O onze vader, waarom vertrouwt u Yoesoef niet aan ons toe? En voorwaar, wij zijn hem zeker welgezind. Laat hem morgen met ons mee gaan zodat hij overvloedig zal eten en spelen. En voorwaar, wij zullen zeker wakers over hem zijn. > Hij (Yaqoeb) zei < Voorwaar, het verdriet mij dat jullie hem meenemen en ik vrees dat de wolf hem zal verslinden, terwijl jullie niet op hem letten. > Zij zeiden < Als de wolf hem verslindt, terwijl wij met een hechte groep zijn, dan zullen wij zeker de verliezers zijn. > Toen zij met hem weggingen en overeenkwamen om hem op de bodem van de put te werpen openbaarden Wij aan hem < Jij zal hen zeker inlichten over die zaak van hun, terwijl zij het niet beseffen. > En zij gingen in de avond huilend naar hun vader. Zij zeiden < O onze vader, voorwaar, wij gingen weg om een wedloop te houden en lieten Yoesoef achter bij onze goederen. Toen heeft de wolf hem verslonden, maar u zult ons niet geloven, ook al spreken wij de waarheid. > En zij kwamen met zijn hemd, met vals bloed (daarop). Hij zei < Maar jullie hebben voor jezelf iets moois verzonnen. Daarom is geduld het best. En Allah is het Die om hulp wordt gevraagd bij wat jullie beschrijven. >

 

Het verhaal van Yoesoef a.s., Yoesoef a.s. als koopwaar

< En er kwam een groep reizigers, en zij stuurden hun waterdrager, en hij liet zijn waterzak neer. Hij zei < O goed nieuws! Dit is een jongen > En zij verborgen hem als koopwaar. En Allah is Alwetend over wat zij doen. En zij verkochten hem voor een geringe prijs, een paar dilham, en zij waren voor hem onverschilligen. En degene uit Egypte die hem had gekocht, zei tot zijn vrouw < Geef hem een eervol verblijf, misschien zal hij ons voordeel brengen, of zullen wij hem als een zoon aannemen. > Zo verstevigden Wij de positie van Yoesoef op aarde, opdat Wij hem de uitleg van de vertellingen (dromen) zouden onderwijzen. En Allah is de Beheerser van Zijn zaken, maar de meest mensen weten (het) niet. En toen hij (Yoesoef) zijn volle kracht had bereikt, gaven Wij hem wijsheid en kennis. En zo belonen Wij de weldoeners.

 

Het verhaal van Yoesoef a.s., de overspel beproeving

< En zij in wier huis hij verbleeft, probeerde hem te verleiden, tegen zijn wil en zij sloot de deuren en zij zei < kom hier. > Hij zei < (Ik zoek mijn) toevlucht bij Allah. Voorwaar, Hij is mijn Heer, (Hij geeft mij) mijn beste plaats. Voorwaar, de onrechtplegers zullen niet slagen.. > En voorzeker, zij begeerde hem, Als hij geen Teken van zijn Heer had gezien, zou hij haar hebben begeerd. Zo was het, opdat Wij het kwaad en de zedeloosheid zouden afwenden. En voorwaar, hij is één van Onze oprechte dienaren. En beide renden naar de deur en zij scheurde zijn hemd aan de achterkant en zij troffen haar man aan bij de deur Zij zei < Is er een vergelding voor hem die jouw familie kwaad wil doen, ander dan gevangenzetting, of een pijnlijke bestraffing? > Hij (Yoesoef) zei < Zij verleidde mij tegen mijn wil, > en een getuige van haar familie getuigde < Als zijn hemd aan de voorkant is gescheurd, dan heeft zij gelijk en behoort hij tot de leugenaars. Maar is zijn hemd aan de achterkant is gescheurd, dan heeft zij gelogen en behoort hij tot de waarachtigen. > En toen hij (de getuige) zag dat zijn hemd aan de achterkant was gescheurd, zei hij < Voorwaar, het was één van jullie listen. Voorwaar, jullie listen zijn enorm. > Yoesoef, wend je hier van af. En jij (O vrouw) vraag om vergeving voor jouw zonde. Voorwaar, jij behoort tot de zondaren. En enkele vrouwen in de stad zeiden < De vrouw van Al`Aziz verleidt haar slaaf tegen zijn wil, hij heeft haar hevig verliefd gemaakt. En voorwaar, wij zien haar in duidelijke dwaling verkeren. > Toen zij hoorde over hun kwaadsprekerij, liet zij hen komen en zij zette voor hen kussens gered en zij voorzag ieder van hen van een mes. Zij zei < Komt tevoorschijn voor hen. > En toen zij hem zagen waren zij van hem onder de indruk en verwondden zij hun handen en zij zeiden < Heilig is Allah, dit is geen mens, dit is niet dan een nobele Engel! > Zij zei < Dit is degene vanwege wie jullie mij verwijten. En voorzeker, ik heb geprobeerd hem te verleiden tegen zijn wil, waarop hij weigerde. Maar als hij niet doet wat ik hem beveel, dan zal hij zeker gevangen gezet worden en zal hij zeker tot de vernederden behoren. > Hij zei < Mijn Heer, de gevangenschap is mij liever dan wat waar zij mij toe uitnodigt, en als U hun list niet van mij afwendt, zal ik tot hen neigen, en zal ik tot de onwetende behoren. > Toen verhoorde zijn Heer hem en wendde hen list van hem af. Voorwaar, hij is de Alhorende, de Alwetende. Vervolgens leek het hen, nadat zij de bewijze hadden gezien (een goed plan) om hem voor een tijd gevangen te zetten.

 

Het verhaal van Yoesoef a.s., de gevangenschap

< En met hem kwamen twee jonge mannen in de gevangenis. Eén van hen zei < voorwaar, ik zag dat ik in een droom druiven perste. > En de ander zei < Ik zag dat ik in een droom brood op mijn hoofd droeg, waarvan de vogels aten. Vertel ons de uitleg ervan, wij beschouwen jou als behorende tot de kenners van droomuitleg. > Hij zei < Er zal geen voedsel tot jullie komen als levensvoorziening, of ik zal jullie vertellen over de uitleg ervan, vóórdat het jullie bereikt. Dat is wat mijn Heer mij heeft onderwezen. Voorwaar, ik heb de godsdienst verlaten van een volk dat niet in Allah gelooft, en zij geloven niet in het Hiernamaals. En ik volgde de godsdienst van mijn vaderen: Ibrahim, Ishaq en Yaqoeb, het pas ons niet om iets als deelgenoot aan Allah toe te kennen. Dat is één van de gunsten van Allah aan ons en aan de mensen, maar de meeste mensen zijn niet dankbaar. > (Yoesoef zei) < O mijn medegevangenen, zijn verschillende herenbeter, of Allah, de Ene, de Overweldiger? Wat jullie naast Hem aanbidden zijn slechts namen die jullie en jullie vaderen hebben gegeven. Allah heeft hiervoor geen bewijs neergezonden. Het oordeel is slechts aan Allah. Hij beveelt dat jullie niets aanbidden behalve Hem: dat is de ware godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet. O mijn medegevangenen, wat één van jullie betreft; hij zal voor zijn heeft wijn inschenken. Wat de andere betreft; hij zal gekruisigd worden en de vogels zullen van zijn hoofd eten. De zaak waarover jullie vragen, is reeds besloten. > En hij zei tegen de ander, van wie hij dacht dat hij gered zou worden < Noem mij tegenover jou heer. > Maar de Satan maakte dat hij vergat zijn naam te noemen voor zijn Heer, daarom verbleef hij een aantal jaren in de gevangenis.

 

Het verhaal van Yoesoef a.s., de droom van de koning

< En de koning zei < Ik zag (in een droom) zeven vette koeien, die verslonden werden door zeven magere koeien, en zeven groene korenaren en (zeven) andere verdorde. O jullie vooraanstaanden, legt mijn droom uit, als jullie kenners van droomuitleg zijn. > Zij zeiden < Dit is een verwarde mengeling van dromen, en wij zijn geen kenners van dromenuitleg. > En degene die gered werd van hen, herinnerde het zich na een tijd, en zei < Ik zal jullie de uitleg ervan vertellen, zendt mij daarom. > (Hij zei) < O Yoesoef, de zeer waarachtige, leg ons uit over de zeven vette koeien die verslonden werden door zeven magere koeien over de groene korenaren en de andere (zeven) verdorde, opdat ik terug zal gaan naar de mensen. Hopelijk zullen zij (het) weten. > Hij (Yoesoef) zei < Jullie zullen zeven jaren zaaien zoals gewoonlijk, en wat jullie oogsten, laat het in haar aren, behalve een klein gedeelte dat jullie eten. En daarna komen zeven moeilijke jaren die alles verteren wat jullie ervoor opgeslagen hebben, behalve wat jullie (veilig) bewaard hebben. Vervolgens komt daarna een jaar waarin de mensen regen zullen krijgen en daarin zullen zij persen. > En hij (de koning) zei < Brengt hem (Yoesoef) bij mij. > En toen de gezant bij hem kwam, zei hij (Yoesoef < Ga terug naar jou Heer en vraag Hem hoe het is met de vrouwen die hun handen verwondden. Voorwaar, mijn Heer weet van hun list. > Hij (de koning) zei (tot de vrouwen) < Wat was er met jullie toen jullie probeerden Yoesoef te verleiden, tegen zijn wil? > Zei zeiden < Heilig is Allah, wij weten geen kwaad van hem. > Zij (de vrouw van Al`Aziz) zei < Nu is de waarheid gebleken, ik probeerde hem tegen zijn wil te verleiden. En voorwaar, hij behoort zeker tot de waarachtigen. > (Yoesoef zei) < Dat is opdat hij (Al `Aziz) weet dat ik hem niet heb verraden tijdens zijn afwezigheid. En voorwaar, Allah leidt de list van de verraders niet. Ik verklaar dat ikzelf niet onschuldig ben. Voorwaar, de ziel spoort aan tot het kwade, behalve bij wie door mijn Heer begenadigd is. Voorwaar mijn Heer is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. > En de koning zei < Brengt hem bij mij, ik zal hem tot een vertrouweling voor mij zelf maken. En toen hij tot hem sprak, zei hij < Voorwaar, vandaag ben jij aan onze zijde een geëerde en betrouwbare. >

 

 

 

Bronnen

Contact

Het verhaal van Yoesoef a.s., de machtige positie

< Hij (Yoesoef) zei < Maak mij (beheerder) over de schatten van het land. Voorwaar, ik ben een kundige beheerder. > En zo gaven Wij Yoesoef een machtige positie in het land, hij vestigde zich daarin zoals hij wilde. Wij geven onze Barmhartigheid aan wie wij willen, wij doen de beloning van de weldoeners niet verloren gaan. En de beloning van het Hiernamaals is zeker beter voor degenen die geloven en (Allah) vrezen. En de broeders van Yoesoef kwamen en zij traden bij hem binnen. Toen herkende hij hen, terwijl zij hem niet herkenden. En toen hij had voorzien van proviand, zei hij < Brengt mij julie broeder van jullie vaders kant (Benjamin). Zien jullie niet dat ik de volle maat geeft, en dat ik de beste van de gastheren ben? als jullie hem niet bij mij brengen, krijgen jullie geen maat (graan) van mij meer en benadert mij (dan) niet meer. > Zij zeiden < Wij zullen proberen om zijn vader over te halen (om hem mee te laten komen). En voorwaar, wij zullen het zeker doen. Hij (Yoesoef) zei tegen zijn gezel < Stop hun ruilmiddelen in hun proviandzakken, zodat zij het kunnen ontdekken als zij terugkeren tot hun familie. Hopelijk zullen zij terugkeren. > Toen zij bij hun vader terugkeerden, zeiden zij < O onze vader, het graan wordt ons onthouden, laat onze broeder met ons mee gaan, opdat wij graan krijgen. En voorwaar, wij zullen zeker over hem waken. > Hij (Yaqoeb) zei < Ik zal hem niet aan jullie toevertrouwen, zoals ik jullie eerder zijn broeder aan jullie toevertrouwde. Allah is de beste Waker, en Hij is de Meest Barmhartige der Erbarmers. > Toen zij hun proviandzak openmaakten, vonden zij hun ruilmiddelen, aan hen teruggegeven, en zij zeiden < O onze vader, wat wensen wij nog meer > duit zijn onze goederen die aan ons teruggegeven zijn, en wij kunnen onze familie voorzien en over onze broeder waken, en wij kunnen een extra maat (graan) krijgen, zoveel als een kameel kan dragen. Dat is een makkelijke maat. > Hij (Yaqoeb) zei < Ik zal hem nooit met jullie mee laten gaan, vóórdat jullie een belofte afleggen in de Naam van Allah: dat jullie hem zeker bij mij terug zullen brengen, behalve als jullie omsingeld worden. > Toen zij voor hem hun eden afgelegd hadden zei hij < Allah is getuige van wat wij gezegd hebben. > Hij zei < O mijn zonen, ga niet door één poort naar binnen, maar ga door verschillende poorten naar binnen. Ik kan niets voor jullie doen tegen (de wil van ) Allah, het oordeel is slechts aan Allah. Op Hem heb ik mijn vertrouwen gesteld. En laten zij die vertrouwen hebben op hem hun vertrouwen stellen. > En toen zij binnen traden zoals hun vader hun bevolen had, hielp dat niet tegen de beschikking van Allah. Het was niet dan een wens van Yaqoeb waartoe hij besloten had. Voorwaar, hij (Yaqoeb) is zeker de bezitter van kennis omdat Wij hem onderwezen hebben, maar de meeste mensen weten (het) niet. > Toen zij bij Yoesoef binnenkwamen, nam hij zijn broeder (Benjamin)met zich eer naar zijn plaats, en zei < Voorwaar, ik ben jou broeder, treurt daarom niet over wat zij plachten te doen. > Toen hij hen van proviand voorzien had, stopte hij de drinkbeker in de proviandzak van zijn broeder. Toen riep een oproeper < O jullie van de karavaan! Voorwaar, jullie zijn zeker dieven! > Zij zeiden, terwijl zij op hen toekwamen < Wat missen jullie? > Zij zeiden Wij missen de drinkbeker van de koning, en wie het terugbrengt zal een kameellading graan doen toekomen, dat garandeer ik. > Zij (de broeders van Yoesoef) zeiden < Wij zweren bij Allah dat jullie zeker weten dat wij niet gekomen zijn om in het land verderf te zaaien en wij zijn ook geen dieven. > Zij zeiden < Wat zal zijn vergelding zijn als jullie leugenaars zijn Zij zeiden < Zijn bestraffing van degene bij wie de drinkbeker in zijn proviandzak gevonden wordt is dat hij zelf (als een slaaf) vastgehouden zal worden. Zo bestraffen wij de onrechtplegers. > Toen begon hij (Yoesoef)hun proviandzakken te onderzoeken, vóór de proviandzak van zijn broeder, vervolgens haalde hij haar (de drinkbeker) uit de proviandzak van zijn broeder (Benjamin). Zo maakten Wij het plan voor Yoesoef. Het paste hem niet om zijn broeder te bestraffen volgens de wet van de koning, behalve als Allah dat wilde. Wij verhogen de rang van wie Wij willen. En boven iedere bezitter van kennis, is er niemand met nog meer kennis. zij zeiden < Als hij steelt, voorzeker, een broeder van hem heeft eerder gestolen. > Yoesoef had dit geheim gehouden en niet aan hen verteld. Hij zei < Jullie hebben een slechtere plaats (bij Allah) en Allah weet beter wat jullie beschrijven. > Zij zeiden < O al`Aziz, voorwaar, hij heeft een zeer oude vader, neem daarom een van ons in plaats van hem, Voorwaar, wij zien dat jij tot de weldoeners behoort. > Hij (Yoesoef) zei < Ik zoek mijn toevlucht tot Allah, dat wij iemand zouden vastnemen, behalve degene bij wie wij onze goederen aangetroffen hebben. Anders zouden wij zeker tot de onrechtplegers behoren. > Toen zij wanhoopten aan de beslissing van hem (Yoesoef), overleg in het geheim, zei de oudste van hen < Weten jullie niet dat jullie vader een belofte van jullie heeft aanvaard (in de Naam) van Allah? jullie waren eerder nalatig met Yoesoef. Daarom zal ik het land nimmer verlaten totdat mijn vader mij toestemming geeft, of Allah mij de beslissing geeft. En Hij is de Beste der Rechters. Keert terug naar jullie vader, en zegt hem < O onze vader, voorwaar, uw zoon heeft gestolen en wij kunnen alleen getuigen zijn van wat wij weten. En wij zijn geen waker over het verborgene. En vraagt aan (de bewoners van) het land waar wij in woonden, en (bij) de karavaan die wij erin ontmoetten. En voorwaar, wij zijn zeker waarachtigen. > Hij (Yaqoeb) zei < Welnee, jullie hebben voor jullie zelf iets moois verzonnen. (Mijn) geduld is goed. Hopelijk brengt Allah hen allen terug bij mij. Voorwaar, Hij is de Alwetende, de Alwijze. > En hij (Yaqoeb) wendde zich af van hen en zei < Ik heb medelijden met Yoesoef, > en zijn ogen werden wit van verdriet en hij beheerste zijn woede. Zij zeiden < Bij Allah, jij zal aan Yoesoef blijven denken totdat je er ziek van word of jij behoord tot hen die te gronde gaan. > Hij zei < Voorwaar, alleen bij Allah klaag ik over mijn ellende en verdriet, en ik weet van Allah wat jullie niet weten. > O mijn zonen, gaat heen om nieuws in te winnen over Yoesoef en zijn broeder en wanhoopt niet aan de Genade van Allah, behalve het ongelovige volk. > Toen zij bij hem (Yoesoef) binnenkwamen, zeiden zij < O al`Aziz, wij en onze familie zijn getroffen door ellende, en wij komen goederen brengen die niet waardevol zijn, maar geef ons toch de volle maat en schenk ons (een gift). Voorwaar, Allah beloont de schenkers. > Hij zei < Beseften jullie wat jullie met Yoesoef en zijn broeder gedaan hebben, toen jullie onwetend waren? > Zij zeiden < Ben jij echt Yoesoef? > Hij antwoordde < Ik ben Yoesoef en dit is mijn broeder. Allah heeft ons genade geschonken. Voorwaar, wie (Allah_ vreest en geduldig is: voorwaar, Allah doet de beloning van de weldoeners niet verloren gaan. > zij zeiden < Bij Allah, voorzeker, Allah heeft jou boven ons verheven voorwaar, wij waren zeker zondaren. > Hij zei < Er is voor jullie geen verwijt op deze dag. Hopelijk vergeeft Allah jullie, en Hij is de Meest Barmhartige der Erbarmers. Neemt dit hemd van mij met jullie mee, legt het vervolgens op het gezicht van mijn vader, dan zal hij weer kunnen zien. En brengt al jullie familieleden bij mij. > En toen de karavaan het land uittrok, zei hun vader < Voorwaar, ik ruik de geur van Yoesoef, als jullie mij niet als zwakzinnig zouden beschouwen (zou ik jullie vertellen dat Yoesoef nog leeft.) Zij zeiden < Bij Allah, voorwaar, jij verkeert nog in je oude waanvoorstelling! > En toen de verkondiger van de verheugende tijding kwam, legde hij het (hemd) op zijn gezicht, hij (Yaqoeb) kreeg vervolgens zijn gezichtsvermogen terug. Hij zei < voorwaar, heb ik jullie niet gezegd dat ik van Allah weet wat jullie niet weten? > ij zeiden < O onze vader, vraag voor ons vergeving voor onze zonden. Voorwaar, wij waren zondaren. > Hij (Yaqoeb) zei < Ik zal mijn Heer vergeving voor jullie vragen. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige. > Toen zij binnenkwamen bij Yoesoef, omhelsde hij zijn ouders, en hij zei < Gaat Egypte binnen. Als Allah het wil, zullen jullie veilig zijn > En hij bracht zijn ouders naar de slaapplaats. En zij wierpen zich ter aarde voor hem (Yoesoef) en hij zei < O mijn vader, dit is de uitleg van mijn vroegere droom; waarlijk, mijn Heer heeft het werkelijk laten worden. En waarlijk, mijn Heer heeft goed voor mij gezorgd toen hij mij vrijgelaten heeft uit de gevangenis en toen hij jullie uit de woestijn bracht, nadat de Satan de relatie tussen mij en mijn broeders verbroken had. Voorwaar mijn Heer is zachtmoedig voor wie Hij wil. Voorwaar, Hij is de Alwetende, de Alwijze. O mijn Heer, voorzeker, U heeft mij een gedeelte van het koninkrijk gegeven en U heeft mij de uitleg van de dromen onderwezen. Schepper van de hemelen en de aarde, U bent mijn Beschermer, op de wereld en in het Hiernamaals, doe mij sterven al iemand die zich (aan Allah) overgegeven heeft en verenig mij met de oprechten. > Q. 12:4-101