Islambronnen

Bronnen

Contact

Het verhaal van Sueyb a.s., het volk van de faudeurs en de bedriegers

< En tot (de bewoners van) Medyan (zonden Wij) hun broeder Suayb. Hij zei <O mij volk, aanbidt Allah, er is voor jullie geen god dan Hij. Waarlijk, er is een duidelijk bewijs van jullie Heer tot jullie gekomen. Geeft dan de volle maat en het volle gewicht en benadeelt de mensen niet in hun zaken en zaait geen verderf op aarde na de verbetering op haar (door de komst van een Profeet). Dat is beter voor jullie, als jullie gelovigen zijn. En zit niet op iedere weg, terwijl jullie degenen bedreigen en afhouden van het Pad van Allah die in Hem geloven, wensend dat het krom was. En gedenkt toen jullie met weinigen waren en Hij jullie talrijk deed worden. En zie hoe het einde was van de verderfzaaiers. En als er een groep onder jullie is die gelooft in hetgeen waarmee ik (Suayb) ben gekomen, en er een andere groep is die niet gelooft: weest dan geduldig tot Allah tussen ons oordeelt, en Hij is de Beste der Rechters.> De vooraanstaanden, van degenen die hoogmoedig waren van zij volk, zeiden <Wij zullen jou, O Suayb, en degenen die met jou geloven zeker uit onze stad verdrijven, of jullie moeten terugkeren tot onze godsdienst.> Hij zei <En als wij er een afkeer van zouden hebben? Waarlijk, wij zouden een leugen over Allah verzinnen als wij zouden terugkeren tot jullie godsdienst, nadat Allah ons daaruit heeft gered. Het past ons niet dat wij erin terugkeren, behalve wanneer Allah, onze Heer, het wil. Onze Heer omvat alle dingen met Zijn kennis. Op Allah vertrouwen wij. Onze Heer, doe een uitspraak tussen ons en ons volk, naar de Waarheid en U ent de Beste van de Oordelaars.> En de vooraanstaanden van zijn volk, die ongelovig waren, zeiden <Als jullie Suayb gevolgd hebben <voorwaar, dan zullen jullie zeker de verliezers zijn.> Toen greep de aardbeving hen en zij werden doden in hun huizen. Degenen die Suayb loochenden werden alsof zij nooit in haar (de stad) hadden gewoon. Degenen die Suayb loochenden, zij zijn de verliezers. Hij (Suayb) wende zich toen van hen af, en hij zei <O mijn volk, voorzeker, ik heb Boodschappen van mijn Heer verkondigd, en jullie raad gegeven. Hoe kan ik dan bedroefd zijn over een volk dat ongelovig is? > Q. 7:85-93

 

< En voorwaar, de bewoners van Aikah* waren zeker onrechtplegers. Toen hebben Wij hen vernietigd. En voorwaar, de beide steden liggen aan een duidelijke weg. > Q. 15:78-79

*Aikah is de stad waarin het volk woonde waaraan de Profeet Suayb gezonden was.

 

 

< En tot (de bewoners van) van Medyan (zonden Wij) hun broeder (Suayb). Hij zei <O mijn volk, aanbidt Allah, er is voor jullie geen andere god dan Hij, en vermindert niet de maat van de wegschaal. Voorwaar, ik zie dat jullie in goeden doen zijn en voorwaar, ik vrees voor jullie de bestraffing op een allesomvattende Dag.> En <O mijn volk, geeft de volle maat en vult de weegschaal tot het gelijke gewicht, en benadeelt de mensen niet in hun rechten, en bedrijft geen kwaad op aarde door verderf te zaaien. Wat Allah (aan toegestane zaken) doet overblijven is beter voor jullie, als jullie gelovig zijn. En ik ben geen waker over jullie.> Zij zeiden <O Suayb, gebiedt jou salaat dat wij verlaten wat onze voorvaderen aanbande, of dat wij ophouden met onze bezittingen te doen wat wij willen? Voorwaar, je bent zeker zachtmoedig, verstandig.> Hij zei <O mijn volk, wat denken jullie, als ik op een duidelijk bewijs van mijn Heer steun, en Hij voorziet mij van zijn Zijde met een goede voorziening, (zou ik Hem ongehoorzaam zijn)> En ik wil mij niet tegenover jullie schuldig maken aan wat ik jullie verbied. Ik wens slecht verbetering volgens mijn vermogen, en er is voor mij geen goddelijke overeenstemming dan bij Allah. Op Hem heb ik mijn vertrouwen gesteld en tot Hem keer ik terug.> En <O mijn volk, laat mijn onenigheid (met jullie) er niet toe leiden dat jullie hetzelfde treft als het volk van Noeh trof, of het volk van Hoed, of het volk van Salih. En het volk van Loeth is niet ver van jullie. En vraagt jullie Heer om vergeving en wendt jullie vervolgens in berouw tot Hem. Voorwaar, mijn Heer is Meest Barmhartig, Meest Liefdevol.> Zij zeiden <O Suayb, Wij begrijpen niet veel van wat jij zegt, en voorwaar, wij zien zeker dat jij onder ons een zwakke bent. En ware het niet vanwege jouw familie, dan hadden wij jou zeker gestenigd. Jij bent niet eerwaardiger dan wij.> Hij zei <O mijn volk, is mijn familie eerwaardiger bij jullie dan Allah? En keren jullie Hem de rug toe? Voorwaar, mijn Heer omvat alles wat jullie doen.> En <O, mijn volk, werkt volgens jullie vermogen, (ook) ik werk, later zullen jullie weten tot wie een bestraffing komt die hem vernedert, en wie een leugenaar is. En wacht af, voorwaar, ik ben met jullie een wachtende.> En toen Ons bevel was gekomen, redden Wij Suayb en degenen die met hem geloofden, door Genade van Ons. En de donderslag greep degenen die onrecht pleegden, waarna zij doden in hun huizen werden. Alsof zij er nooit gewoond hadden. Weet, verdoemenis is het voor de bewoners van Medyan, zoals de Tsamoed werden verdoemd.

Q. 11:84-95